30 augustus was de Internationale Dag van de Vermisten.
Op deze dag wordt wereldwijd aandacht besteed aan mensen die verdwenen zijn en aan hun naasten, de achterblijvers, veroordeeld tot een leven van verdriet en onzekerheid, zolang zij niets weten over het lot van die persoon die hen zo dierbaar is.
Het is een verdriet dat geen eind kent, de tijd maakt het niet draaglijker, integendeel, het wordt steeds zwaarder. Het gemis, het verdriet, de hoop die altijd vecht met de wanhoop, de angst dat dit een levenslang vonnis zou kunnen zijn. Een vermissing is geen wond die kan helen, het is een gat, een diep bodemloos gat, het is onmetelijk.
Psychologen spreken van ‘ambigu verlies’. Het is een onduidelijk verlies, een verwarrend verlies en je weet niet of het definitief is. Onderzoek wijst uit dat geen enkele vorm van verlies zo onhandelbaar en traumatiserend is als een ambigu verlies. De voortdurende spanning waar achterblijvers aan bloot staan is verwoestend.
Niet iedereen begrijpt dit.
25 mei was de Internationale Dag van het Vermiste Kind.
Die avond had RTL Boulevard een kort item over het onderwerp. Ik sprak hierin over onze niet aflatende pogingen Sophia te vinden en hoe moeilijk het is je kind te moeten missen zonder te weten wat er met haar gebeurd is, of ze nog leeft.
Zie de link hieronder.
Het is heel moeilijk, zo niet onmogelijk, te bevatten hoe iemand zomaar kan verdwijnen, als het ware ‘uitgegumd’ kan worden, als een woord geschreven met potlood op een stuk papier. Als die persoon je kind is, is het werkelijk onmogelijk. Ondraaglijk daarbij. Geen kind is zo aanwezig als een vermist kind.
Corona heeft voor veel extra hobbels gezorgd, bovenop de vele hobbels en diepe kuilen waar wij sinds Sophia’s verdwijning voortdurend mee hebben geworsteld.
Reizen is ingewikkeld, zeker naar Afrika, maar waar een wil is, is een weg.
Die wil is er; op korte termijn zal die moeilijke reis naar Oeganda opnieuw gemaakt worden. Altijd in de hoop verder te komen op die weg die ons, naar wij intens hopen, op een dag naar de waarheid, maar bovenal, naar Sophia zal leiden.
Marije Slijkerman
Gerard, Max en Jan Koetsier